JEANTES LA VILLE


DAGBOEK VAN DE RESTAURATIE VAN DE VESTIGINGSKERK TE JEANTES-LA-VILLE: DOOR HARRIE PALLADA.    1993 - 1996


HET VERHAAL 2


24 juli 1993


Onze vrienden, Michel en Bertie en Jacqueline en ik zullen een groot gedeelte van onze zomervakantie doorbrengen op de camping van Plomion en verdergaan met het werk in Jeantes. Het wordt ouderwets kamperen met de Alpenkreutzer van Michel. Om te beginnen starten we met een barbecue voor de salle de fête en dan beginnen we met het uitkrabben van het voegwerk aan de achtergevel van de kerk. Schroevendraaiers, beitels en andere steek- en krabwapens worden tevoorschijn getoverd. We hebben ook een pershamertje bij ons met een compressortje, maar we zijn zo onervaren met het werk dat we onze draai niet vinden. Satijn komt met Roos op bezoek en samen bekijken we de voortgang.


Het is de meest beroerde gevel en ik zie Piet Satijn meewarig kijken naar onze bestofte gezichten en de wijze waarop we de gevel bevechten. Een hele dag werk en een paar meter opgeschoten... wat moet dat geven voor de andere 1000 meter. Wij blijven stug doorgaan. Piet nodigt ons uit voor het diner

's avonds en in Burelles steken we mekaar weer een hart onder de riem. Na een zondag van stug doorgaan komt op maandag de volgende groep vrijwilligers; Wieke en John met zijn zoon en de twee echtgenoten. Vooral John is een goed vakman en Wieke pakt zijn oude beroep van metselaar en handlanger weer op. Wieke runt ondertussen al elf jaar een restaurant in Eijsden, maar vrijwilliger spelen aan de kerk ligt hem wel. Zij hebben goede materialen bij zich en opeens lukt wat twee dagen nauwelijks is gelukt.De voegen vliegen er uit. Scheuren worden uitgehakt door ons en door John weer ingeboet. Hele stukken muur verdwijnen. Michel begint aan de achterkant van de toren. Ineens is er een gat van een paar m² en de schrik slaat hem om het hart. Dadelijk loopt de hele toren leeg, want hoewel de muren meer dan een meter dik zijn is het toch akelig om te zien, dat hele stukken muur plots in de lucht hangen. John wordt weer opgetrommeld en de gaten worden fluitend weer gedicht. Je krijgt weer het gevoel dat niets mis kan gaan. Aan alle kanten wordt gewerkt en de dames slepen koffie en fris aan. Diezelfde vrouwen hebben trouwens ook hun draai gevonden.


Van links naar rechts Piet Satijn, Michel, Jacqueline en Harrie


Was het bij vorige gelegenheden nog zoeken, nu weten ze waar ze terecht kunnen. De winkels en de terrasjes in Vervins worden ontdekt en akkoord bevonden. Het 11 uur borreltje wordt tot dagelijkse gewoonte verheven en ook zij genieten van elk uur. Voor 's avonds wordt een diner à la carte in de salle de fête door hen geserveerd en er wordt uitgebreid gesmuld. De nieuwkomers slapen in het hotel te Plomion en wij slapen als een roos op de camping. Maar zoals zo vaak komen er toch weer minder prettige zaken na een euforie. De volgende ochtend regent het pijpenstelen en de vrouw en zoon van John zijn ziek. Zij vertrekken ziek van heimwee naar huis. Wij blijven achter met zijn allen en zetten in regenkleding het werk voort, maar na uren ploeteren in de regen moeten we de ongelijke strijd opgeven. Na een warme douche zoeken we onze toevlucht in het café te Plomion. Nou ja, café is een te groot woord. Het is een gelegenheid waar je soms een drankje kunt nuttigen. 's Avonds is het nooit open en overdag af en toe. De gastvrouw zit met bezoek in de keuken en komt af en toe eens kijken. Na een paar rondjes begint het bier te smaken, maar na een paar uurtjes zijn alle soorten bierflesjes die in het café aanwezig zijn leeg. Wij vertrekken naar de camping, maar het regent zo verschrikkelijk dat we besluiten met tent en al te verhuizen naar de salle de fête. Daar zetten we de Alpenkreutzer in de zaal weer op om hem te laten drogen en gaan zelf slapen op het podium in de zaal. Douchen kunnen we ons immers in het hotel omdat de andere gasten daar logeren. Het is een maf gezicht om te zien hoe in de zaal een wagen met een tent staat opgesteld. De volgende dagen blijft het slecht weer maar met behulp van zeilen en plastic verzetten we toch een hoop werk. Op donderdagavond moet het restaurant van Wieke weer open dus zij vertrekken op donderdagmiddag. Met ons vieren blijven we tot het weekend en zorgen we dat alles gereedstaat voor de metselaars en voegers van de aannemer die op 21 augustus komen voegen.


Wieke op de ladder en John sleept met de steigerplanken


Ondanks het weer gaan we toch met een voldaan gevoel naar huis. Alweer een stuk klus geklaard en nu weten we voor de toekomst wat ons te wachten staat, want er zijn nog heel wat meters voegwerk te gaan. Met Michel heb ik nog twee weekenden afgesproken om met zijn tweeën naar Jeantes te gaan.
21 Augustus zijn Michel en ik weer weg. We willen zoveel mogelijk voegwerk uithakken voordat de voegers komen.
Intussen is Michel minstens zo enthousiast geworden als ikzelf en voor de verdere uitvoering besluiten we om samen de dagen te plannen dat we kunnen werken. Als je met zijn tweeën in zo'n verlaten oord zit en opjezelf bent aangewezen wordt of de vriendschap hechter of je krijgt ruzie.


In ons geval is de vriendschap zo hecht geworden dat de meest persoonlijke en intieme zaken besproken worden en verheugen we ons op elke gelegenheid dat we samen in Jeantes, maar later ook daarbuiten, kunnen optrekken. Als ik nu terugkijk op mijn persoonlijke ervaringen dan beschouw ik dit voor mij als de meest leerzame en positieve.
Dan komen Ger en Milco, twee voegers van Laudy, vanaf 23 augustus een week voegen. Ik heb voor hen de kamer in Plomion en het eten in Burelles geregeld en omdat Ger in mei ook al is geweest , is alles bekend en geregeld. Dat moet ook wel want beiden spreken geen woord Frans. Dat moge blijke uit het volgende verhaal. de vrouw van Ger belt naar Aart Wildeboer om te zeggen dat Ger naar huis moet bellen. Aart gaat dit echter niet op de bouw zeggen maar tegen de gastvrouw in Burelles. Deze kan dan later Ger informeren. Zij neemt echter de moeite om naar de kerk in Jeantes te komen en zegt tegen Ger dat hij moet bellen naar huis.


José en Bertie zijn voegwerk uit aan het hakken.


De voorbereidingen voor 1994


Inmiddels hebben parallel aan de uitvoering diverse acties plaatsgevonden om het project meer bekendheid te geven, waarvan ik hier enkele melding wil maken.
Regis Berge, de architect in Frankrijk, moet een reis organiseren voor hun vereniging van architecten. Hij is van plan om de reis te maken naar Maastricht, Aken, Luik en Keulen en hij vraagt of ik hierbij assistentie kan verlenen. Ons bureau heeft met mij meegewerkt om hen een onvergetelijke reis te bezorgen van 7 tot 10 oktober. De relatie met vele Franse architecten is aangeknoopt en verstevigd. De restauratie van Jeantes kan niet meer onopgemerkt blijven. Op 9 oktober bij het afscheidsdiner ben ik door de vereniging benoemd tot erelid. Als er in de toekomst nog vragen of problemen zijn kan ik altijd bij hen terecht.
Op 28 oktober breng ik een bezoek aan Jeantes met Jac Heyen, eindredacteur van omroep Limburg en presentator van het programma profiel, waarin een uur lang het doopceel van iemand wordt gelicht in relatie tot een aansprekend project of een gebeurtenis. Nadat ik in festival, het culturele programma van de omroep, een oproep heb gedaan voor steun aan het project wil hij mij de kans geven om meer aandacht te vragen voor het project. Op 12 november is het interview en lange tijd hierna spreken mij mensen aan om informatie of willen steun geven.
Verder heb ik nog wat lezingen en dergelijke, waarbij de mensen gretig boekjes en kaarten van het werk van Eijck kopen mede als steun voor de restauratie. Intussen heeft het bestuur van de restauratiestichting en de stichting Charles Eijck ook niet stilgezeten. Ragnar, de zoon van Charles Eijck is bij de activiteiten betrokken en deze wil zich inzetten voor de restauratie zelf en de geldwerving. Er wordt een aparte sponsorcommissie gevormd onder aanvoering van Piet Satijn om genoeg geld te verwerven voor 1994.
Ik zie volgend jaar met optimisme tegemoet.


1994

De bouwkundige restauratie op zijn top en de start van de Schilderwerkrestauratie


Op 8 februari komt weer een illuster gezelschap bij elkaar te Jeantes om het vervolg van de restauratie te bespreken. Politiek, architecten, clerus en vertegenwoordigers van de restauratiestichting. Iedereen wil zijn zegje doen. Ik heb maar een vraag. Kunnen we door met fase twee? Na een lange discussie en bezoek in de kerk met voortgezette discussie wordt onder genot van een goede champagne (n.b. om 11.30 uur 's morgens) besloten dat de restauratie verder kan gaan onder bepaalde voorwaarden. Ik moet plechtig beloven dat voor elke te nemen beslissing overleg wordt gepleegd met de verantwoordelijke architect ter plaatse. De Franse overheid neemt weer 30% voor zijn rekening en voor de schilderingen worden 75000 Franse frank ter beschikking gesteld. Van de Franse vergadertechniek ben ik niet zo ondersteboven maar bij het afscheid neem ik mij voor om in Nederland ook eens de gewoonte in te voeren om de vergaderingen te beëindigen met champagne. Ik heb echter ervaren dat we daar hier nog niet aan toe zijn en wellicht is dat ook maar beter zo... ieder land zijn eigen cultuur, maar toch vond ik die gewoonte wel lekker. Het zou trouwens niet de laatste champagne zijn die dit jaar zou vloeien, maar daarover later meer.


V.L.N.R. Wieke, Jacqeline, Michel, Harrie, Jose en John


Intussen is door de sponsorcommissie voldoende geld bij elkaar gebracht om de werkzaamheden voor 1994 weer op te starten. De vrijwilligers worden weer gemobiliseerd en aan de in te zetten vaklieden worden data van inzet medegedeeld. Voor dit jaar zijn met name de inzet van stukadoors en schilders belangrijk. Na overleg met Ed Pörteners van het gelijknamige stukadoorsbedrijf zijn er 2 stukadoors gevonden uit Dieteren die het karwei willen komen klaren. Nog hetzelfde weekend zal een van hen zich op de motor naar Jeantes begeven om te kijken waar de inzet zal zijn.
Ik neem ook contact op met Martin Boreas, die zich zal gaan bezighouden met de restauratie van het schilderwerk. Martin is in september 1993 met de VUT gegaan en heeft de tijd om zich met de restauratie bezig te houden. Hij heeft zich in Limburg al beziggehouden met meerdere restauraties van Eijck. Hij heeft na zijn opleiding aan de kunstacademie te Maastricht bij verschillende schildersbedrijven gewerkt om het specialistische werk uit te voeren. Als knaap kwam hij vaak bij Eijck om de kwasten schoon te maken en het atelier op te ruimen en te leren van de man die hij mateloos bewonderde. Martin is geen man die te beroerd is om ook het vuile werk op te knappen en dat komt in de toekomst goed van pas. Bovendien weet hij een gezelschap goed te enthousiasmeren zoals later zal blijken.
Iedereen staat weer met de neus gelijk, de data liggen vast en het is alleen wachten op het komende voorjaar.


23 april 1994


Op 23 april is het dan weer zover. Michel Pinxt, Martin Boreas en ik vertrekken voor de eerste werkzaamheden naar Jeantes. We worden begeleid door de stukadoors, die komen kijken welke materialen nodig zijn. Die moeten immers besteld worden door de gemeente en aanwezig zijn als ze komen stukadoren op 2 mei. De echtgenotes van de stukadoors, nieuwsgierig geworden door de berichten van de vooruitgesnelde stukadoor, gaan mee.
Aangekomen in Jeantes staan de burgemeester en de loco ons al op te wachten. We worden meegetroond naar de mairie en de fles staat al op tafel. Na een glaasje worden de gegevens uitgewisseld en de kerk bekeken en de materialen opgenomen. De stukadoors worden verwezen naar het restaurant in Plomion voor de lunch en zij nemen afscheid tot 2 mei.
Martin is meegekomen in zijn zondagse pak, niet wetende wat er zou gebeuren. Daar komt hij snel achter. Michel en ik beginnen met het bouwen van de steiger aan de westwerk en Martin heeft de keuze: ofwel 2 dagen toekijken ofwel mijn reserve werkspullen aantrekken.


Die keuze is snel gemaakt en na de lunch zijn we met zijn drieën in de weer. Martin komt er al snel achter dat er nog heel wat moet gebeuren voordat hij met de verfkwast aan de slag kan. Maar zoals reeds gezegd is hij niet te beroerd om de handen uit de mouwen te steken en steiger te bouwen en voegen uithakken zal de eerste weken zijn hoofdtaak worden. We leren Martin kennen als een gedreven werker en een fanatiek bewonderaar van Eijck. 's Middags krijgen we bezoek van steenhouwer Wanders. Ik heb hem uitgenodigd om te kijken wat er aan natuursteenwerk nodig is. Zijn bedrijf heeft als sponsoring toegezegd alle nodige natuursteenwerken te zullen leveren. We bekijken het hoofdaltaar van marmer en de nodige restauratie blijkt mee te vallen.
Wat we nu nodig hebben zijn wat afdekbladen op een paar kolommetjes en de blok die we willen aanbrengen boven de hoofdentree van de kerk ter herinnering aan de restauratie.
Als het op eten aankomt 's avonds te Burelles blijkt dat Martin niets lust wat ooit gelopen of gezwommen heeft maar ook daarvoor heeft de kok erg smakelijke alternatieven.


Harrie en Michel

Bij dit alles blijkt Martin een onverbeterlijke wouwelaar en animator. We hebben hem al snel door en over en weer houden we mekaar voor de gek. De sfeer is alweer als vanouds en voor we het in de gaten hebben is het alweer zondagavond. Geslapen hebben we weer in ons hotel in Plomion, want de door de burgemeester beloofde douche in de salle de féte is niet gemaakt en die hebben we bij deze werkzaamheden absoluut nodig. Bovendien wil Martin niet slapen in de zaal omdat hij niet alleen niet eet wat rondloopt maar er ook nog bang voor en vies van is.

Spinnen, bijen, vliegen en overige insecten die in de zaal rondvliegen en kruipen vervullen hem met afkeer. Ontmoetingen met deze beestjes bij de werkzaamheden hebben dan ook voortdurend kreten en scheldpartijen tot gevolg, waarna de lachsalvo's over het plein galmen. We gaan dan ook weer naar Limburg in de wetenschap dat we met zijn drieën volgende zaterdag weer paraat zullen staan.

30 april 1994


Op 30 april vertrek ik met Michel en Martin voor de langste periode van werken. Tot 14 mei zal ik iedere dag in Jeantes zijn. Bovendien zullen in deze periode de meeste medewerkers en vrijwilligers komen werken. Het geeft me een goed gevoel te weten dat na deze twee weken de kerk er onherkenbaar zal uitzien. De top zal liggen op donderdag 5 mei wanneer er meer dan 20 mensen aanwezig zullen zijn.
Bij aankomst staat de steiger aan de westbouw onaangeroerd sinds vorige week te wachten op nieuwe bemanning. Dit maal heeft Martin gezorgd voor goede kleding en al snel staan we met zijn drieën op de steiger om het inmiddels vertrouwde werk van uithakken van de voegen ter hand te nemen. De steunbeer links is zeer slecht en een flinke hoeveelheid stenen waartussen het gras van jaren is gegroeid verdwijnt. Dat zal de voegers op maandag tegenvallen als ze denken dat ze gelijk aan de slag kunnen met voegen.
In de koffer heb ik de gedenksteen voor boven de hoofdentree meegenomen en met de burgemeester overleg ik wanneer we de steen het beste kunnen plaatsen. Ik stel voor om dat op vrijdag 6 mei te doen. Dan is Satijn ook aanwezig en Jacqueline is jarig. Bourgeois zal de krant waarschuwen zodat ook dit gebeuren zal worden verslagen in de Franse pers. De tekst in de steen is gekozen in het Latijn en niet in het Frans of Nederlands te weten: RESTAURATA 1994


Na een dag van hard werken gaan we, omdat we niet in Burelles terecht kunnen, uit eten in Domaine de Tilleuil. Michel en ik hebben hier goede herinneringen aan omdat we vorig jaar eind oktober met zijn vieren het jaar hebben afgesloten met een weekendje golf, wat we allemaal niet kunnen maar daarom niet minder lol gaf en Reims inclusief bezoek aan een champagnehuis vanuit dit hotel.
We komen weer niets te kort en ook hier komt Martin aan zijn vegetarische trekken.
Op zondag verstrijkt de dag zonder veel bijzondere gebeurtenissen. Het is of Jeantes zich klaarmaakt voor de invasie van maandag.



Het plein voor de kerk

En op die dag komen ze dan: de stukadoors in hun caravan, de vertrouwde voegers Ger en Milco, verder onze bekende vrienden uit het Eijsdense Wieke, John, en José met een nieuweling Bert, en niet te vergeten onze echtgenotes Jacqueline en Bertie. Later zal zich nog een bekende van Wieke en José namelijk Raymond bij de groep voegen.
Vanaf dit moment zal ik niet veel tijd meer hebben om daadwerkelijk mee te werken met mijn handen. Iedereen staat te trappelen van ongeduld wat zijn taak zal zijn. Ik verdeel de taken en geef aanwijzingen waar gestart moet worden. Binnen de kortste keren is het een drukte van jewelste. Hen en Mart, de stukadoors, beginnen in de sacristie met stukwerk. De voegers hebben 2 rolsteigers van 6 meter hoog meegebracht, dus in de kerk kunnen we nu met minstens 2 ploegen vooruit. De voegers beginnen buiten met het opnieuw opmetselen van de steunbeer. Wieke en John beginnen met het uithakken en het inboeten van scheuren in het schip aan de zuidzijde. De dames beginnen met het naar buiten slepen van de stoelen die uit de kerk moeten. Het zijn die oude theaterstoelen en we hopen dat ze nooit meer terug worden gezet in de kerk. De goede kerkstoelen worden bij elkaar en op elkaar gestapeld achter in de kerk, waar ze het minste hinder geven. Michel blijft trouw aan zijn gekozen vrijwilligerswerk en gaat met de nieuwkomers uithakken. Martin en ik beginnen met het afhakken van het stukwerk in de kerk. Nu lijkt het pas echt op een bouwput en ik geniet met volle teugen. De dames hebben snel weer hun draai gevonden en beginnen met de voorbereidingen voor de lunch en het avondeten. Wieke heeft voor 2 dagen vlees bereid en meegenomen, dus daarover hoeven zij zich geen zorgen te maken. Zij zoeken hun vaste plekjes in Vervins weer op en combineren het nuttige met het aangename.Tijdens de lunch vindt eigenlijk pas de nieuwe en de hernieuwde kennismaking plaats en Martin heeft het hoogste woord. Het lijkt wel of hij twee dagen de adem heeft ingehouden om de komende week vol los te barsten. Na de lunch wordt de draad weer opgepakt. De scheuren in de kerkmuren blijken zo breed en zo diep dat we binnen in de kerk door de 80 cm dikke wanden uitkomen. Dat wordt metselen, maar zingend gaan John en Wieke aan de slag. Op zolder blijken toch weer duiven binnen te zijn gekomen. Daar zal in de loop van de week ook weer zorg aan moeten worden besteed. Na een dag van hard werken keren we terug in de salle de féte. Omdat de douche in de pastorie nog niet gemaakt is moeten we met zijn alle naar Plomion. De stukadoors hebben een eigen constructie gemaakt met een omgekeerde waterzak waarin wat gaten zijn gemaakt. De zak hebben ze de hele dag in de zon gehangen waardoor het water een beetje lauw is geworden. Ze zien er na een wasbeurt minstens zo fris uit als de rest. Na een goed maal met de nodige wijn en pilsjes achten wij de tijd rijp voor een echt kampvuur. De eerste vracht bioscoopstoelen vindt zijn weg naar de brandstapel. Dit is wat de vrijwilligers zich hebben voorgesteld van hun werk. Vermoeid maar voldaan gaat de hele ploeg naar bed.
De volgende dagen gaan we door met de aangevangen werken. Op dinsdag gaan we uiteten in Burelles. Dat betekent dat de dames de kasten van de sacristie kunnen uitmesten. Dertig jaar aan beschimmelde doeken, kleden en ander spul worden opgeruimd en na een paar uur zien de kasten er heel ander uit.


De jongste bediende van de gemeente heeft intussen opdracht gekregen van de burgemeester om ons mee te helpen. Eerst moeten alle kostbaarheden uit de kerk naar de mairie worden gedragen. De monstrans, de kruiswegstaties, de kelk en alle andere belangrijke zaken worden weggedragen voordat de grove werkzaamheden met stofvorming plaatsvinden. Verder moet hij helpen met het vullen van de container met puin. Als we de schoorsteen van de oude oliekachels hebben gesloopt moeten deze ook worden afgevoerd. De elementen zitten boordevol roet. Als de jongen de kanaalelementen in de container moet gooien moet hij ze boven zijn hoofd tillen. In plaats van de elementen dwars op de wagen te tillen brengt de jongen ze met de opening naar zijn gezicht toe naar boven. Een stoot tegen de container en er gebeurt precies wat iedereen al had verwacht. De volle laag roet schiet uit het element en de jongen zit van top tot teen onder het roet. Het is geen gezicht, maar de jongen vat het sportief op en de dag erna verschijnt hij weer met een rood geschuurd gezicht en lichaam op appel.

Op woensdag haal ik met de hulpsherrif, zoals Charlier intussen is gaan heten, de benodigde materialen voor de rest van de week. 's Middags wordt nog een camion met 20 ton blauwe breuksteen afgeleverd voor rond de kerk en op de koepel. Intussen heeft de burgemeester het zich aangetrokken dat ik geklaagd heb over het feit dat er nog geen douche is en als we 's avonds naar de zaal trekken blijkt er een nieuwe boiler te zijn geïnstalleerd in de pastorie. Bertie en Michel hebben de eer om de douche in te wijden en ook dat wordt op foto vastgelegd.


Wieke en John

Op woensdag komen de eerste nieuwelingen alweer aan. Jo en Dorith worden opgenomen in de groep. Op donderdag komt de ploeg Schimmert aan. Het zijn Jeu, Giel en Jules van het jaar ervoor uitgebreid met Marc en Jos uit Schimmert en Math uit Geulle. Verder mijn collega's Jos en Peter en 3 vrijwilligers van bouwbedrijf Hobru: Ed, Ton en Jacques.
De nieuwelingen worden gelijk aan het werk gezet. De Hobru ploeg wordt aan de 20 ton keien te werk gesteld. Zij moeten de grond rond de kerk egaliseren en dan de stenen aanslepen. Die zijn voorlopig rustig. Jos en Peter beginnen met slopen van het bestaande hulpaltaar. In afwachting van het nieuwe hulpaltaar in 1996 moeten we van de bestaande onderdelen van het oude altaar een klein hulpaltaar maken. De ploeg Schimmert wordt gesplitst. Jules begint met het inmeten van de te restaureren onderdelen van Eijck en deze onderdelen op papier te zetten. Math en Giel beginnen buiten met het uithakken van stenen en voegwerk en de andere drie beginnen binnen met het slopen van de betimmering tussen de zij-ingang en het schip. Ik heb aan van Berge beloofd dat ik zal bellen als een klein gedeelte van de betimmering is gesloopt om samen te bepalen of en in hoeverre we doorgaan met de sloop. Bekeken moet worden af het vakwerk van de balken, dat onder de betimmering uitkomt vroeger ooit als schoon werk is gebruikt. Binnen de kortste keren is het sloopwerk al zover gevorderd dat terugkeer niet meer mogelijk is.


De bogen in de kerk voor de restauratie.                                                                       De balken zijn weer zichtbaar gemaakt.


Bovendien is de kwaliteit van het vakwerk , tegen de verwachting in, zo goed dat ik zelf de beslissing neem dat we verder gaan zonder overleg. Intussen is Piet Satijn gearriveerd en samen met hem loop ik de aanpak en de vorderingen door. Hij is samen met John Schils, een van de directeuren van mijn bureau, naar Jeantes gekomen in gezelschap van de dames. John wil graag zelf constateren wat onder de vlag van het architectenbureau in Jeantes gebeurt. Als we de sloop van de wand op het niveau van de 2e tussenligger zijn gekomen blijkt dat ook de kwaliteit van dit gedeelte perfect is en wordt dan ook besloten om het gehele vakwerk tot het plafond vrij te maken. Als het resultaat te zien is, sta ik zelf versteld van het effect. De schilderingen die altijd achter de bogen verstopt zaten komen in volle glorie in het zicht. Het totaalbeeld wijzigt volkomen. De composities in de kleuren komen veel beter tot hun recht. Wat een verbetering.
Tijdens de werkzaamheden komt er een delegatie van het departement Aisne de kerk bezichtigen. Zij verwachten een paar mensen uit Nederland die in een hoekje zitten te pionieren en vinden een complete bouwput. Op dat moment lopen zo'n 30 mensen rond. De burgemeester, die de rondleiding verzorgt, glundert.


De ploeg uit Eijsden bereidt zich inmiddels voor op het vertrek. Het restaurant van Wieke moet 's avonds weer open. De rest gaat na de lunch weer vol aan de slag. Michel loopt 's middags op zijn tandvlees en gaat een paar uur onder zeil. Hij heeft zoveel werk verzet in de afgelopen week dat die rust hem van harte gegund is. Om een uur of half 6 begint het te regenen en begint iedereen naar de zaal te trekken. Charlier brengt nog 3 flessen wijn voor de groep. Omdat ik nog wat moet regelen in de mairie zet ik de doos met wijn op de steiger. Als ik terugkom staat de doos nog braaf te wachten op de steiger. Intussen is de bodem van de doos nat geworden en voorzichtig draag is de doos met beide handen onder de bodem, als een trofee, naar de zaal. Als ik binnenkom word ik met applaus begroet en de filmcamera staat gereed. Als ik de doos openmaak blijkt waarom. De flessen die is zo voorzichtig naar de zaal heb gedragen blijken te zijn verwisseld door bakstenen. Iedereen ligt dubbel en zelf vindt ik het een schitterende grap. Na weer een overvloedige maaltijd is de regen weggetrokken en wordt de avond gevuld als een groot feest. Wat een groep. Buiten de kamers in Plomion wordt ook de zaal flink bezet. De komende nachten zullen we er met 17 man overnachten. Van slaap komt echter niet veel want het is een sfeer als op het schoolkamp inclusief alle bijbehorende grappen en grollen. Als iedereen om een uur of drie onder de wol ligt beginnen om zes uur de eersten weer met het zetten van de nodige koffie.
Op vrijdag begint iedereen weer met zijn werk. Peter en Jos beginnen met het aanbrengen van het plafond in de sacristie. De voegers zijn op het niveau aanbeland van de sluitsteen boven de entreedeur. Het gat voor de sluitsteen wordt gemaakt en als de journalist komt kunnen Satijn, de burgemeester en ik de steen aanbrengen. De hele straat staat vol met publiek van vrijwilligers, maar ook met dorpelingen die nieuwsgierig zijn komen kijken. De steen past niet echt lekker maar Math maakt hem passend met enkele welgemikte slagen van de vuisthamer, tot grote ontstentenis van de omstanders. Hij is echter zo ervaren dat alles zonder ongelukken gebeurt. Na de steenlegging komt de traditionele champagne op tafel en de lunch is hard nodig om het gestegen alcoholgehalte te verwerken. Intussen wordt Jacqueline door de groep voor haar verjaardag gefêteerd. Zelf pak ik na de lunch met Jacqueline een uurtje vrij om samen naar Hirson te gaan. Als we terugkeren zijn de werkzaamheden nog in volle gang. De jongste bediende heeft meegeholpen met het spreiden van de keien en geheel in stijl de steel van de hark tegen zijn harsens gekregen toen hij erop trapte. Hij kon zo uit een film met monsieur Hulot gestapt zijn. Met zijn tienen hebben de vrijwilligers een keten gevormd om keien op de koepel te dragen en iedereen zit daarvan uit te puffen. In de namiddag vertrekken de stukadoors en de voegers. Hun werkweek zit erop. Martin die alle energie heeft gegeven in de afgelopen week gaat ook mee. Op maandagmorgen zal ik hem weer afhalen.


's Avonds maakt de groep zich op om naar Burelles te gaan. Het is immers weer een nieuwe groep. Het hele restaurant zit vol als we met zijn twintigen binnenzitten. Een georganiseerde feestavond had niet mooier kunnen zijn. Geregeld rolt het hele gezelschap onder de tafel van het lachen. De groep Schimmert bestaat uit harde werkers maar ook uit een flink stel feestvierders. Na het eten gaat het festijn tot diep in de kleine uurtjes door in de zaal. Als om zes uur Math en Giel alweer aan het spektakelen zijn stoot Jacqueline me aan en zegt: "zorg dat die gekken zo gauw mogelijk op de bouw staan dat we nog wat kunnen slapen". Ik ben ook maar opgestaan en heb de groep zo snel mogelijk naar buiten gewerkt. Voor zeven uur zijn we al weer bezig. Math heeft de troffel van de stukadoors geleend en repareert de trap naast de entree. Als rasvakman is hij in staat om een grote hoeveelheid metselwerk op korte tijd te realiseren. Van dit soort vrijwilligers moeten we het hebben. En dan te bedenken dat hij zich twee dagen verlof heeft moeten nemen om hierbij aanwezig te zijn. Binnen sta ik te dubben bij het beschadigde werk van Eijck. Tot hoever moet er worden gesloopt. Hoe ziet de ondergrond eruit en wie ben ik om daarover in mijn eentje een beslissing te nemen. Maar onder het motto dat geen beslissing nemen een slecht besluit is begin ik met het wegslaan van het beschadigd werk.


De boerderij achter de kerk

Al snel blijkt dat de onderlaag inderdaad inferieur is en bestaat uit een leemlaag die veel vocht aantrekt. Na enkele uren liggen er grote gaten open. Math wordt erbij gehaald om de gaten te dichten en op maandag kunnen de stukadoors weer aan de slag.
Intussen zijn de andere vrijwilligers begonnen met het afsteken van de slechte stuc-en schilderlagen in de kerk naar het voorbeeld van Martin. Ook daar ontstaan er tegenvallers. Het blijkt dat de boog tussen zijgang en kerkschip nog maar hangt op een centimeter en boven een scheur vertoont van 20 cm. Een brok van 5 ton metselwerk hangt levensgevaarlijk in de lucht. De volgende week zal ik hier een oplossing voor moeten verzinnen. Bovendien zijn de wanden op plaatsen waar ook buiten scheuren zaten zo onsamenhangend dat ingrijpend metselwerkherstel nodig blijkt. Na de lunch nemen we afscheid van de groep Schimmert en van Jos en Peter en blijven over met zijn negenen. Zaterdagavond gaan we op uitnodiging van de Hobru in le Huteau eten en zondag tegen de middag vertrekken we na de nodige opruimwerkzaamheden naar Limburg. Thuisgekomen neem ik een goed bad en val als een blok in slaap. Ik moet op maandag om zeven uur Martin thuis ophalen voor de volgende week van werkzaamheden.
Als Martin en ik in Jeantes aankomen zijn de stukadoors en Ger de voeger al gearriveerd. De stukadoors kunnen starten waar ze vrijdag zijn opgehouden en ook Martin gaat verder met de voorbereidende werkzaamheden van het schilderwerk. Ger is maar alleen en dus zal ik het voegersvak moeten oppakken en met Ger aan de slag gaan. Na een tijdje is dit ook weer gewend en weet ik voor de toekomst wat de manier van voegen en samenstelling van de specie is. We hebben geen dames meer bij ons dus komende drie dagen wordt het uit eten. Het werk wordt serieus aangepakt en er wordt veel werk verzet. Op dinsdag zijn de stukadoors zover klaar en keren huiswaarts in afwachting van een nieuwe oproep. Ger vertrekt op woensdagochtend en dan zijn Martin en ik alleen totdat op donderdag, Hemelvaartsdag, de nieuwe groep vrijwilligers komt. In Plomion kom ik Han Suasso tegen, de neef van de pastoor , die mij een brief overhandigt waarin hij mij beschuldigt van het schenden van auteursrechten omdat ik het altaar, dat door hem zou zijn ontworpen, heb gesloopt. Ik neem het bericht voor kennisgeving aan en leg het naast me neer in de overtuiging dat ik deze zaak later met de gemeente en Berge zal rechttrekken. Toch beïnvloedt de brief mijn humeur en ik besluit om woensdagmiddag met Martin naar Laon te gaan om de kathedraal en andere gebouwen te gaan bezichtigen om inspiratie op te doen in kleur en restauratieaanpak. Het bezoek geeft ons weer voldoende energie om door te gaan en opgewekt keren we terug. Op Hemelvaartsdag keert Michel weer terug samen met een paar vrienden, Frank en Theo. Frank en Theo zijn met het hele gezin en bivakkeren op de camping. Als voorbereiding hebben Martin en ik alvast de steiger gebouwd tegen de hoge oostgevel en kunnen de nieuwkomers gelijk beginnen met het uithakken van de voegen. Zelf begin ik met het herstel van het metselwerk van de boog tussen zijgang en kerkschip. Ik heb 6 prefab-betonblokken gehaald van 20 cm breed die ik aan beide zijden in het metselwerk wil opnemen en verder moet het metselwerk opnieuw ingeboet en opgevuld. Voor het hakken van de sleuven haal ik Frank van de steiger want dit beroerde werk is hem op het lijf geschreven. Blik op oneindig en hakken maar. Het is erg heet buiten en binnen de kortste keren zitten Theo, Frank en Michel dik onder de stof. Alweer hebben we een groep te pakken die zich niet afvraagt waarom ze dit werk komen doen, maar gewoon handelt. Het eten gaat nu eens anders. De mannen eten bij hun gezin op de camping en Michel zorgt voor onze maag in de zaal. Op vrijdag komt Bertie uit de nachtdienst en vertrekt naar Jeantes waardoor we weer van onze befaamde roomservice kunnen genieten. Zij heeft Cor meegenomen die al gauw wordt opgenomen in het leger van vrijwilligers. Zijn hobby is verven en hij is geïnteresseerd om bij het normale texwerk van de kerk voor een deel mee te werken. Op zaterdagnamiddag maken we een einde aan een intensieve restauratieperiode en als ik rond en door de kerk heenloop kan ik niet anders dan tevreden zijn met datgene dat is gerealiseerd. De zondag heb ik hard nodig om bij te komen. De halve dag zit ik op de wc. Volgens mij protesteert mijn lichaam tegen de geleverde ongewende lichamelijke inspanning. Maar de volgende dag is alles weer in orde en zie ik al weer uit naar het aanstaande pinksterweekeinde.


20 mei 1994


Op vrijdagavond vertrekken we weer. Michel en ik en Jacqueline met haar vriendin Jaan. Met zijn vieren moeten we het werk in de kerk zover zien klaar te krijgen dat de stukadoors het stucwerk zover af kunnen maken dat het schilderen van de kerk kan plaatsvinden. Er moeten nog een paar lateien ingemetseld worden en een aantal gaten worden gedicht in de muren van het koorgedeelte. Systematisch pakken we alle delen in de kerk aan en op maandag kunnen we terugkijken op een werkzaam weekeind. Op zaterdag komen Jo Eijck en Frans Conings van verfleverancier Eijck voor het maken van een schildersadvies. Zij zullen de te leveren verf voor het schilderwerk van de kerk sponsoren. Het is een leerzaam bezoek en wat hebben we genoten van de verhalen van Jo Eijck. Omdat we veel werk moeten verzetten en er niet uitzien kunnen we niet met hem gaan lunchen maar dat houden we tegoed in 1995.
Op 24 mei vertrekken de voegers weer voor een week werk samen met Martin die het schilderwerk gaat voorbereiden. Op 27 mei gaan de stukadoors de resterende werkzaamheden opknappen in de kerk. Zelf breng ik met Jacqueline nog een bezoek aan de kerk op zondag 29 mei met onze vrienden Mieke en Frank. Zij denken dat ze alleen een bezoek aan de kerk brengen en staan er dan ook op zijn zondags op, Mieke in het wit en Frank in zijn nieuwe zijden jack. Maar als we aankomen heb ik ze snel aan het werk gezet. In de kerk is het een puinhoop van stucresten, afval en stof. We moeten de stoelen schoonmaken voor de dienst tijdens het jaarlijkse zomerfeest in Jeantes. De kleren worden vergeten en na een paar uur zit iedereen onder het stof, Maar waar ik voor gekomen ben is opgelost. Intussen is dakdekker Verkoelen gearriveerd om in ogenschouw te nemen wat aan onderhoud aan de daken moet gebeuren. Gerekens, onze dakdekker van het afgelopen jaar, heeft om gezondheidsredenen moeten afhaken, maar Verkoelen neemt de zaak enthousiast over. In de eerste week van juni komen drie dakdekkers alle resterende zaken aan de daken oplossen en daarmee zijn we weer een flinke stap dichter bij het eindresultaat gekomen.
Op 4 juni brengt Martin met een busje de verfmaterialen en dan breekt de periode van schilderwerk aan.


Periode Martin Boreas


Na de tijd waarin Martin heeft meegewerkt aan de ruwbouwwerkzaamheden breekt in juni de periode aan van de schilder Martin Boreas in de kerk. Voor de kleuren hebben Martin, Piet Satijn en ik een kleurenschema opgesteld en het resultaat ter goedkeuring voorgelegd aan Berge. Nu kan Martin aan de slag. In de maanden juni en juli schildert hij alle onderdelen in de kerk die niet met Charles Eijck te maken hebben. De sacristie, de wanden en de plafonds van de kerk, de deuren, de sierhekken van koor en oksaal en de entreepartij. Alles krijgt een perfecte beurt. Hier en daar worden wat accenten gezet die uit de koker van Martin komen, zoals de duif boven het altaar en de sierlijsten in de kerk. Ook de houten vakwerken in de kerk worden meegenomen in een donkere kleur waardoor ze wegvallen tegen de achterwand van het schilderwerk van Eijck. In de eerste weken heeft hij nog hulp van Cor en een medewerker van Bijsmans.


Vanaf 20 juni is hij echter volstrekt alleen. Ik maak me daar wel zorgen over,omdat ik uit ervaring weet wat het betekent om alleen in Jeantes te zitten zonder enige aanspraak. In de zomer valt het nog wel mee. De dagen zijn lang, het is mooi weer en hij beperkt de weken tot 4 dagen waardoor hij maar drie dagen hoeft te overnachten. Bovendien beginnen de mensen in het dorp hem te kennen en te waarderen. Hij ontvangt uitnodigingen om mee te eten en een wijntje mee te drinken. Op 14 juli moet hij deelnemen aan de festiviteiten in het dorp en behoort zelfs tot de winnaars van de jeux de boule wedstrijd. Hij leert zo de inwoners kennen en geeft ze fictieve namen die passen bij hun voorkomen om te onthouden wie wie is. Als ik samen met hem in Jeantes ben, in mijn gesprekken met mensen uit het dorp, merk ik hoezeer de mensen hem in het hart hebben gesloten. Hij maakt immers weer mooi en goed wat die andere Hollanders afgebroken hebben in de kerk.

Vanaf augustus wordt een aanvang gemaakt met de restauratie van Charles Eijck. Ragnar Eijck komt op 5 augustus ook naar de kerk om samen met Martin de aanpak te bekijken. Dan begint het zorgvuldig schoonmaken van de schilderingen, met name de kleurrijke schilderingen aan de noordgevel. Na het schoonmaken vindt de fixatie van de verflaag plaats. Na deze behandeling worden de beschadigingen en de scheuren zorgvuldig gerestaureerd en in kleur bijgewerkt. Martin kruipt helemaal in de huid van Eijck en als een gedeelte gereed is zijn de gerestaureerde plekken niet meer te onderscheiden van het origineel. De keuze voor deze aanpak hebben we binnen het bestuur besproken en akkoord bevonden. Met de Franse overheid zullen we deze aanpak nog moeten bespreken maar dat zal pas in het najaar gebeuren. Vooralsnog zullen we op de ingeslagen weg doorgaan. Als de zomertijd overgaat inde wintertijd en de dagen flink beginnen te korten wordt de situatie zin zijn eentje onhoudbaar. Ragnar zal gaan assisteren maar breekt onverhoopt zijn heup. Dan valt het doek voor de activiteiten van Martin voor l994. Voorjaar 1995 zal de draad weer worden opgepakt. Ondertussen hebben we wel onderzoek gedaan naar de andere schilderingen en zijn tot de slotsom gekomen dat zonder professionele ondersteuning de restauratie van de ondergrond niet kan worden uitgevoerd. Erik Tjebbes, restaurateur van vele schilderingen met problematische ondergrond, zoals onder andere de Sint Servaas, wordt benaderd en zal met Martin de rest van de werkzaamheden in 1995 aanpakken.


Zomer 1994


Terwijl Boreas met het schilderwerk bezig is zitten wij niet stil. In de eerste week van augustus wordt de laatste week van onze vakantie besteed aan werkzaamheden aan de kerk. Michel en Bertie zijn weer van de partij evenals Cor. Van de firma van Lierop heb ik materiaal meegekregen voor het aanhelen en repareren van balken en spanten in de kap en het aangieten van de staanders in de kerk. Het is een kunsthars die keihard wordt. Het is smerig werk en omdat ik onbekend ben met het materiaal vraag ik me af of het resultaat naar behoren zal zijn. Het materiaal moet na enkele uren hard zijn en als dat niet lukt zakt de moed me in de schoenen. Na 2 dagen spanning blijkt toch alles hard te worden. Achteraf blijkt dat de verhouding van de verharder niet correct is aangegeven waardoor het verhardingsproces vertraagd wordt. Nog een paar van deze grapjes en ze kunnen mij gestresst naar huis brengen want van slapen is niet veel gekomen. Verder worden de kruiswegstaties gepoetst en weer opgehangen, de voegen van het altaar en de vloer hersteld en diverse andere voorkomende werkzaamheden ter hand genomen.
Van 15 tot 19 augustus zijn onze voegers Ger en Milco weer van de partij. Op 16 augustus brengen Piet Satijn, Kiek Creemers en ik van het bestuur met Anke Knaups, de p.r. manager van de Sfinx een bezoek aan de kerk. Bij de Sfinx hebben we aangeklopt voor een substantiële bijdrage in de restauratie van de schilderingen en de glas in lood ramen en tot onze grote vreugde bestaat er van de kant van de Sfinx grote belangstelling. Anke Knaups is dolenthousiast en zal de sponsoring ondersteunen. Er zal een artikel verschijnen over de restauratie in hun maandblad en de kerstkaart van het bedrijf zal gewijd zijn aan de kerk van Jeantes en het werk van Charles Eijck, die zijn carrière begonnen is bij de Sfinx ceramique als decorateur.
In september ga ik nog twee keer met Michel naar Jeantes voor het plaatsen van nieuwe hardstenen plinten onder de schilderingen.
Op 24 september vindt er een heugelijk feit plaats, namelijk het plaatsen van de vernieuwde haan op de toren. Verkoelen heeft de haan in juni van de toren gehaald en mee naar huis genomen. Daar is de haan gerestaureerd en met bladgoud bekleed. Door eigen dakdekkers van de gemeente wordt onder grote belangstelling de haan weer geplaatst. De krant is aanwezig voor het artikel, de pastoor is aanwezig voor de zegening en het volk is aanwezig voor de traditionele vin d'honneur na afloop.
Zelf geef ik na afloop een rondleiding aan de geïnteresseerden van Jeantes en dat is eigenlijk het eerst directe contact met de bevolking in twee jaar. Deze dag heb ik een goed gevoel over het functioneren van het gebouw in de gemeenschap van Jeantes. De geleverde inspanningen worden blijkbaar toch gewaardeerd.
Ook architect Berge brengt die dag een bezoek aan de kerk en er worden afspraken gemaakt over de te volgen procedures met betrekking tot de restauratie van het schilderwerk. Een vervolgafspraak en bouwvergadering zal worden belegd.


Winter 1994 - 1995


Op 1 november brengen we een bezoek aan de kerk met de heer van Vliet, president-directeur van de Sfinx. Het sponsorgeld is toegezegd en betaald en nu wil de baas zelf eens zien waar het geld naar toe gaat. Als kunstkenner is hij ook razend benieuwd naar de kerk met de kunstwerken van Eijck, waar hij via Anke Knaups intussen veel van heeft gehoord. Ook Martin Boreas en Felix Flos, die de glas in lood ramen zal verzorgen, zijn van de partij om de nodige uitleg te verschaffen. Zelfs de weergoden zorgen deze novemberdag voor een schitterend decor en ook van Vliet is gewonnen voor de kerk. De intussen bekende lunch te Burelles zorgt voor een passende afsluiting van het bezoek. Overigens is het vermeldenswaard dat de burgemeester op zijn paasbest, en dat is zeldzaam, het gezelschap heeft verwelkomd met champagne.

22 November vindt de vergadering plaats met de Franse autoriteiten. Vanuit Limburg zijn meegereisd: Satijn, Vollebergh, Graatsma en ik namens het bestuur en Tjebbes, die we intussen voor het werk hebben gestrikt, als restauratiedeskundige en Boreas als deskundig schilder. Van Franse kant zijn aanwezig: Berge en Druesne als architecten, Gissinger als conservateur des antiquites et objects d'art, verantwoordelijk voor de schilderingen, de glas in lood ramen, het altaar en de verlichting, verder de sous-prefect van het departement en natuurlijk de burgemeester. Er volgt een levendige discussie over alle onderwerpen. Wij hebben in september de voorstellen voor de nieuwe glas in lood ramen bemonsterd. De glas in lood ramen moeten anders volgens Gissinger. Er wordt echter geen subsidie ter beschikking gesteld door de Fransen. Wij zullen nieuwe voorstellen doen, rekening houdend met de wensen van Gissinger. Het verlichtingsvoorstel moet door proefopstellingen worden uitgetest. Het altaar volgens voorstel Satijn wordt akkoord bevonden. En dan volgt de discussie over de schilderwerkrestauratie van Eijck. Gissinger vindt de uitgevoerde restauratie niet goed. Er is geen verschil te zien tussen het gerestaureerde werk en het origineel en volgens hem zou dat moeten. Wij proberen met zijn allen om hem te overtuigen van de juistheid van onze aanpak. De meningen blijven verschillend omdat het hier gaat om een principieel verschillende restauratievisie, specifiek met betrekking tot het werk van Eijck. Als we hem met deskundigen kunnen aantonen dat onze visie gedragen wordt gaat hij akkoord. Dus sturen zowel Tjebbes als ons bestuur hem meningen van deskundigen in de personen van Daan Wildschut en Ragnar Eijck. Gissingen en Berge gaan zelf te rade bij het ministerie van cultuur te Parijs en brengen met de inspecteur van de monumentenzorg, dhr. Caille, een bezoek aan de kerk om de motivering van met name Erik Tjebbes te toetsen. Dhr. Caille adviseert om alleen een achtergrondkleur aan te brengen bij de grote verdwenen vlakken. We spreken af met Tjebbes dat we ter plaatse in het voorjaar zullen onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om een compromis te vinden.

Zo gaan we de winter in en in het vroege voorjaar zullen we de draad weer oppakken voor de volgende en belangrijkste fase.

© Jeantes la Ville 2001 / Michel Pinxt / mei 2000 -
Nieuwe pagina 1
Jeantes la Ville Jeantes 1 Jeantes 2 Jeantes 3 Jeantes 4 Jeantes 5 Jeantes 6 Jeantes 7 Jeantes 3 Mail: info@michel-pinxt.nl